Fr

INTELLIGENCE

Seen from Space: Seen from Space: videoreclame in 't (bijna) echt

Vrijdag 14 Maart 2025

Seen from Space: Seen from Space: videoreclame in 't (bijna) echt

‘Into the wild’ heet de studie die al in september vorig jaar in Duitsland verscheen, maar bij ons pas onlangs onder de aandacht gebracht werd door VIA, de vereniging voor audiovisuele media.

Wat hier origineel is en waarom het project ‘Into the Wild’ werd gedoopt, heeft alles te maken met het feit dat de 190 respondenten geobserveerd werden in ‘bijna echte’ omstandigheden. Dit betekent dat ze vrij werden gelaten om hun inhoud, platforms en apparaten te kiezen voor een uur “mediaexploratie” (televisie of online video of sociale netwerken), maar ook dat alle bekeken inhoud werd geregistreerd, oogbewegingen werden gemeten via eye tracking "eye tracking"-brillen, terwijl ook de fysieke manifestaties van emoties als opwinding of spanning machinaal opgetekend werden.

Naast de geautomatiseerde meting omvatte de enquête ook een ‘post experience’ vragenlijst, bedoeld om de herinnering aan de advertenties en en hoe ze ervaren werden te controleren. ‘Into the wild’ werd uitgevoerd in Duitstalig Europa, namelijk Duitsland (voor 75% van de enquêtes), Oostenrijk en Zwitserland (Duitstalige regio).

Een van de voordelen van de methode was de meting van de reclameruis in realistische omstandigheden, in de vorm van “ad load”, dus het aantal advertenties waaraan een individu per uur wordt blootgesteld. We hebben het hier over een minimum van 18 in BVOD (Broadcaster Video On Demand, de platforms van lokale zenders, zoals VTM GO of RTL Play) tot maximaal 44 op Instagram.
Deze advertentie-overbelasting is negatief gecorreleerd met alle prestatie-indicatoren die in de studie werden gehanteerd: meer advertenties leiden tot een vermindering van de oogfixatietijd, het percentage advertenties dat met geluid werd beluisterd en uiteindelijk ook (dit is een van onze grafieken) de memorisatie van de advertenties, oftewel het percentage merken dat correct werd herkend tijdens de vragenlijst achteraf.

De aandachtstijd voor advertenties, gemeten met eye tracking, is verder heel verschillend afhankelijk van de gebruikte kanalen: bijna 20 seconden voor BVOD, 2 seconden of minder op sociale netwerken, en 15 seconden voor televisie. Door deze duur te combineren met het aantal vertoonde boodschappen, kunnen we schatten dat de aandachtige blootstelling via televisie net geen 7 minuten per uur bedraagt, een beetje minder voor lokale VOD en veel minder (minder dan een minuut) bijvoorbeeld op TikTok.

Deze berekening van het potentieel kan betwist worden, maar ze geeft aan – of herinnert ons eraan – dat niet alle schermen dezelfde effectiviteit genereren. En dat een langere blootstelling een hoger herinneringspercentage oplevert.

De studie toont ook aan dat de impact van een advertentie groter is op een groot scherm, vooral als de boodschap het volledige scherm beslaat. Met andere woorden, advertenties op mobiele apparaten zijn minder impactvol, vooral als ze slechts gedeeltelijk het scherm in beslag nemen.

Dat klinkt zeer aannemelijk en herinnert ons terecht aan ander onderzoek, maar dan vanuit een realistische onderzoeksmethode.

Archief / INTELLIGENCE