Fr

INTELLIGENCE

Seen from Space: Drie insights inzake videoreclame

Zondag 15 December 2024

Seen from Space: Drie insights inzake videoreclame

Enkele dagen geleden presenteerde VIA de vierde editie van haar Video Observer. Dat was een gelegenheid om de balans op te maken van het diversifiërende kijkgedrag: we hebben het tegenwoordig niet voor niets over “total video”. Drie bevindingen zijn ons bijgebleven uit de voorgestelde data.
De eerste betreft de verhouding tussen kijktijd en reclamecontact. De berekeningen van VIA tonen duidelijk dat de verdeling van de kijktijd voor een bepaald medium niet noodzakelijk voorspelt in welke mate het zal bijdragen aan de reclamecontacten. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat live televisie 35% van de kijktijd vertegenwoordigt, maar bijna 64% van de reclamecontacten. Er bestaat ook een tegenstelling tussen het feit dat jongeren onder de 35 jaar 6% meer tijd besteden aan video kijken dan de algemene bevolking en de vaststelling dat ze 24% minder reclamecontacten vertegenwoordigen dan de 18-64-jarigen in hun geheel.

Kortom, we moeten onthouden dat de redenering om een deel van het reclamebudget te claimen op basis van een deel van de mediaconsumptie niet klopt. Het feit dat een bepaald medium 50% van de totale consumptietijd voor zijn rekening neemt, betekent nog niet dat het 'recht' heeft op 50% van de reclamebudgetten. Daartoe zou het (onder andere) moeten bewijzen dat het goed is voor 50% van de nuttige reclamecontacten.

Een tweede bevinding is dat de VIA-gegevens ten minste gedeeltelijk helpen om eindelijk te bepalen met hoeveel reclameboodschappen gemiddelde consument per dag in contact komt. De Video Observer schat de duur van reclamecontacten per kanaal voor alle respondenten samen op zo’n 16 minuten per dag, waarvan 10 minuten op lineaire tv en 1 minuut op sociale media.

Als we deze tijd delen door de gemiddelde lengte van een reclamevideo (20 seconden voor televisie, 35 seconden voor de bioscoop, gebaseerd op Nielsen-statistieken, en een schatting van 6 seconden voor sociale en 10 seconden voor online video), krijgen we een cijfer van 59 contacten per dag voor de algemene bevolking (18-64 jaar) en 53 per dag voor 18-34-jarigen. Natuurlijk dekt dit cijfer ‘slechts’ een deel van het totale aantal reclamecontacten, maar het is toch al dat.

Laatste insight: de duur van een reclamecontact is niet volledig voorspellend voor het aantal “contactkansen”. Zoals we zagen, is de totale duur van reclamecontacten bij 18-34-jarigen 24% lager dan bij de 18-64-jarigen (12 vs. 16 minuten). Maar gezien hun verschillende videoconsumptiemix hebben diezelfde 18-34-jarigen volgens onze schattingen een contactdeficit dat beperkt is tot -11% in vergelijking met de totale Belgische bevolking die door Video Observer werd bestudeerd.

Tot slot nog iets over de bioscoop. Aangezien bioscoopbezoek relatief zeldzaam is, vertegenwoordigt de gemiddelde contactduur met reclame zoals geschat door VIA slechts een beperkt gewicht. Ter herinnering: tijdens een bioscoopsessie komt een reclameblok van tien minuten overeen met een contactkans met 17 verschillende spots: een punctuele maar flinke dosis.

Archief / INTELLIGENCE