Fr

INTELLIGENCE

UMA-UBA Digital Benchmark 2024: digital groeit fors tot 42% van mediatotaal

Maandag 24 Maart 2025

UMA-UBA Digital Benchmark 2024: digital groeit fors tot 42% van mediatotaal



De UMA en UBA publiceerden zopas hun derde benchmark van de netto digitale reclamebestedingen voor België. In totaal vertegenwoordigde digital 42% van de totale mediabestedingen in 2024 (39% voor de bureaus alleen*).
 
Dit is een stijging van 4,7 procentpunten ten opzichte van 2023, met groei in alle digitale kanalen (behalve display). De internationale platformen zijn goed voor 26% van het totaal.
Televisie blijft nog steeds het grootste medium wat het aandeel in reclamebestedingen betreft: het vertegenwoordigt bijna 30% van het totaal, voor radio (14%) en paid social media (11%).
 
De auteurs van het rapport wijzen erop dat de bestedingen in de digitale edities van uitgevers toegeschreven worden aan digital (en dus niet aan pers, televisie of radio, om er maar een paar te noemen).
 
De benchmark toont ook de opsplitsing van de digitale bestedingen tussen lokale en internationale spelers, de GAFAM. Het marktaandeel van deze laatste stabiliseert zich op 62% van de totale digitale reclamemarkt in België.
 
Daarbij moeten we opmerken dat binnen het bureau-universum (*) het aandeel van lokale digitale media 41% bedraagt. Ook dit aandeel is stabiel.
 
In kanalen waar lokale media concurreren met internationale platforms, bedraagt het aandeel van de netto-investeringen in het lokale aanbod 75%.
Nog volgens de resultaten wordt de mediamarkt gedomineerd door (total video’ reclame (tv en OLV), met een hoog aandeel voor lokale bestedingen. Daarna volgt audio (radio en streaming platforms), vóór paid social en OOH.
(*) De benchmarkgegevens zijn gebaseerd op de resultaten van een enquête bij UBA-leden over de waarde van hun digitale investeringen buiten de bureaus om, hetzij intern, hetzij via een tussenpersoon buiten België. Voor de bureaudata omvat de informatie het marktaandeel van de verschillende mediacategorieën, inclusief offline, in verhouding tot de netto-investering.
 
Het is belangrijk om te specificeren dat de UMA-gegevens (en geassocieerde bureaus) en de UBA-data een verschillende status hebben: de data van de bureaus zijn exhaustief, maar beperkt tot de perimeter van de deelnemers. De adverteerdersdata zijn gebaseerd op niet-geëxtrapoleerde verklaringen door een groot panel van respondenten, maar omvat niet alle directe digitale aankopen.
 
De respondenten werden door een externe consultant strikt vertrouwelijk samengevoegd in het eindrapport. Elk bureau vulde een tabel in met de 44 productsectoren zoals bepaald door de UMA die een Nielsen Ad Intel segmentatie herverdeelde door de totale bestedingen van de betrokken adverteerders en merken van deze groepen in de 5 onderzochte categorieën van digitale formaten op te geven.
 
Bureaus en filialen die bijdroegen aan de cijfers van het UMA-totaal:
GroupM (Mindshare, Wavemaker, Maxus, Kinetic, Team l’Oréal), Mediabrands (Initiative, UM, Reprise, Rapport), Space, Dentsu Aegis Network (Isobar, Carat, Vizeum, Posterscope, iPospect), OmnicomMediaGroup, (OMD, PHD Media, Semetis), Havas Media, Publicis Groupe, (Zenith, Blue449), Serviceplan (Mediaplus, Mediascale), Zigt.
 
Partnerbureaus voor de opstelling van dit verslag:
AdSomeNoise, blue2purple, Pivott, Ogilvy | Social Lab

Archief / INTELLIGENCE