Fr

BLUE

So long, Ogilvy et Bernbach!, door Gino Verleye (UGent & VUB)

Dinsdag 25 April 2023

So long, Ogilvy et Bernbach!, door Gino Verleye (UGent & VUB)

In navolging van eerder onderzoek naar de geloofwaardigheid van duurzame videospots, voerden UGent en Bubka in opdracht van Var een nieuwe analyse door op een steekproef van een selectie duurzame radiospots. Hoog tijd voor actie, aldus professor Gino Verleye (UGent & VUB).

9,7%, dat is het verbluffend lage percentage duurzame videospots die als geloofwaardig beoordeeld werden in het onderzoek dat we in 2021 voerden met Ipsos en Bubka. Ik herinner me het als de dag van gisteren, ‘Heb ik een fout gemaakt ofzo?’, dacht ik bij mezelf. Data analyse is immers een sequentie aan stappen waar, door een kleine vergissing, een fout resultaat kan ontstaan. Dus pluisde ik alle SPSS-syntax en -stappen uit. Maar neen dus, er was geen sprake van een fout. Het percentage van 9,7% geloofwaardige spots was helemaal juist. De 3000 datalijnen over 95 videospots, bezorgd door 600 Bilendi respondenten, liegen niet.

Anderhalf jaar later zien we hetzelfde bij de analyse van 100 commerciële audiospots in opdracht van Var. Uit ons datamodel komt ook de bevestiging van het feit dat geloofwaardigheid de voorwaarde is om mensen te motiveren naar duurzaam gedrag en tot het maken van merkkeuzes. De duurzame spots doen dus helemaal niet wat er van hen verwacht wordt.

Ons model toont ook hoe geloofwaardigheid ontstaat op basis van vijf drivers, in volgorde van dalend, maar steeds significant belang: eerlijkheid, de verbintenis om iets te veranderen, hoogdringendheid, duidelijkheid door details (proofpoints) en tot slot gedeelde waarden tussen consument en merk.

Als je deze reeks opnieuw leest en de meeste videospots analyseert, kom je tot de vaststelling dat wat er meestal getoond wordt, helemaal het tegenovergestelde is van wat de vijf drivers inhouden. Of nog dat de woord- en beeldtaal die reclamejongens en -meisjes gebruiken in duurzame communicatie niet strookt met wat de consument verwacht. Met andere woorden dat de constructies hun aangeleerd door David Ogilvy en Bill Bernbach waar aspiraties, dromen en suggestie de toon zetten, contraproductief zijn op werven waar duurzame merken worden gebouwd.

Hoe moet het dan wel? Dat is natuurlijk de hamvraag waar we in het onderzoeksproject voor Var ook een aantal vaststellingen deden: op basis van een inhoudsanalyse met een 70-tal criteria werden de spots getagd. Spots waarin zaken als recycling en duurzame verpakkingen vermeld worden doen het beter, dit geldt ook voor ecofriendlyness, klimaatactivisme, een duidelijke benefit, doom&gloom gehalte, transparantie, leiderschap, geen greenwashing, activisme, een kritische toon, het bieden van een oplossing, zero waste, en finaal: CO2-uitstoot. Een lijst van factuele en dus toetsbare kenmerken. Dit strookt helemaal met de drivers waarover we het eerder hadden.

Als we, tot slot, in hetzelfde project meten dat er in 59% van de spots sprake is van een vorm van greenwashing, is de conclusie dat we aan de alarmbel moeten trekken en volmondig moeten pleiten voor een andere aanpak van het ontwikkelen van communicatie voor duurzame merken. De huidige ‘old school’ scenario’s doen het echt niet.

Archief / BLUE