Fr

MEDIA

2025, de grote ommezwaai, door Bruno Liesse

Zondag 13 April 2025

2025, de grote ommezwaai, door Bruno Liesse

Het stopt maar niet, sinds het begin van het jaar. Je weet vast al wel waar ik naartoe wil en als je last hebt om voort te lezen, weet dan dat het mij deugd doet om verder te schrijven.

Maar laten we bij het begin beginnen. Bij mijn vak en dat van jou. Dit jaar wordt dat van de grote ommekeer in het mediabereik. Je weet het misschien niet – tenzij je tot het tiental uitzonderingen behoort dat de thematiek nog volgt – maar we bevinden ons op het kantelpunt tussen lineair bereik en digitale mediaconsumptie.

Da's historisch (voor wie het interesseert, dus dat tiental waarover ik het had in de vorige paragraaf): het betekent dat meer dan de helft van alle audiovisuele content nu wordt geconsumeerd via lokale of internationale digitale platformen. Op zich logisch en het resultaat van technologie en nieuwe generaties. Helaas komt de ommekeer in kwestie vooral de GAFAM ten goede. En omdat de reclamebestedingen nu eenmaal de bereikcijfers volgen, is niemand blij, behalve de Amerikanen – die niet eens meer een kantoor hebben in België.

Maar laten we onszelf geruststellen: zodra de Belgische uitgevers klaar zijn met onderling bekvechten, zullen de overblijvers nog maar eens de handen in elkaar slaan om de UBA en de UMA te heruitvinden, actie te voeren om Europa wakker te schudden op het Schumanplein en samen met Van Boucq brainstormen over hoe we collectief Silicon Valley kunnen aanklagen. Dan zal het ongetwijfeld vijf na twaalf zijn. Of eerder een uur of vier, het moment waarop het tegelijk te vroeg en te laat is om nog iets te doen – ja, zelfs om een drankje te delen.

De tweede ommezwaai gaat over de tientallen mensen uit mijn omgeving die zowaar besloten om “geen nieuws meer te volgen”. Zonder direct verband met het vorige punt, lijkt het alsof ze zich willen afschermen van verontrustende content. Ze worden kwetsbaar, een beetje zoals GenZ en de rest van de bevolking na corona: bang om nog buiten te komen.

Waarover het nieuws dat ze vrezen dan gaat? Over bijna niks. Om de andere dag hoor je dat de Russen eraan komen en dat we onze bedrijven moeten verkopen om tanks en vliegtuigen te kopen, zodat we het twee weken uithouden in plaats van één. We hebben ook een hoge ambtenaar die ons aanraadt om een picknick voor zes dagen te voorzien – wat niet helemaal klopt methet verhaal van onze F-35’s, die het toch tot aan het weekend erna zouden moeten uithouden. In Gaza is er objectief gezien niets meer om kapot te schieten, dus het goede nieuws is dat we wellicht overgaan naar de nieuwe Oostelijke Rivièra. Zelfde verhaal in Oekraïne: dat conflict heeft ervoor gezorgd dat iedereen met iedereen praat, over vier continenten heen. Binnen een jaar organiseren ze diners met zes of zeven landen in memoriam: oorlog verbindt, en het is uiteindelijk toch voor de échte mannen, horen we de twee Vladimirs grappen – want die idioten hebben ook nog eens dezelfde voornaam. Na wat lichte beroering in Taiwan, Turkije en andere landen zonder zeldzame aardmetalen of olie, krijgen we elke om de twee dagen een authentieke beurscrash dankzij Agent Orange.

De derde ommezwaai dan: dat visuele pareltje op de sociale media – waar we toch zoveel van geleerd hebben de afgelopen tien jaar! – dat diezelfde president toont in de plaats van John F. Kennedy, op het exacte moment dat die een kogel door z'n kop krijgt. Met als bijschrift ‘I have a dream’ en dus de suggestie dat een tweede aanslag op de huidige president best ou mogen. Een stap te ver, toch? Er bestaat een Belgische én Europese wet die expliciet verbiedt content te publiceren waarin iemand een fysieke schade wordt toegewenst – blauwe bonen inbegrepen.

De enorme druk, uiteindelijk het resultaat van een briljante kiescampagne gebaseerd op angst en onzekerheid in een wereld in transitie, zou ons niet mogen aanmoedigen om zomaar alles te editen en te delen – zelfs geen haatdragende boodschappen tegen misschien wel de gevaarlijkste karikatuur op deze planeet.

Wat heeft dit met Media Marketing te maken, vraag je? Er is een indirect verband, als je de twee woorden apart neemt: het gaat wel degelijk over media én marketing. En voor de adverteerders, een herinnering aan hun verantwoordelijkheid: namelijk de verspreiding van hun content en de context waarin die verschijnt. In omgevingen die allerminst neutraal zijn. Jammer toch dat blacklists het quasi onmogelijk maken om nog professionele redactionele nieuwscontent te gebruiken als context?

Archief / MEDIA