Fr

BLUE

Artificiële Intelligentie en de Grote Verdwijntruc, door Petra De Roos (ACC)

Woensdag 1 Mei 2024

Artificiële Intelligentie en de Grote Verdwijntruc, door Petra De Roos (ACC)

Ik word 50 dit jaar. En sinds een paar jaar lijkt er iets veranderd te zijn. Een hele nieuwe woordenschat met peri- en andere menopauzes, opgroeiende kinderen die zelfstandiger worden en voor een herwonnen vrijheid zorgen en… mijn haar wordt grijs.
 
Ik verf mijn haar sinds mijn 16de. Het is een dingetje. Mijn natuurlijke haarkleur was gewoon níet mijn ding. En als vrouw heb je dan alle opties van de wereld; een kleurboek waar ik gretig mee geëxperimenteerd heb. De eerste jaren na de eeuwwisseling had ik de grootste haarkeuzestress. Toen ik op minder dan 5 jaar tijd zwart, wit, ros  en zelfs een roze haardos had uitgeprobeerd, kreeg ik vaak de vraag: “Wat is eigenlijk je echte haarkleur?”.

Spoiler alert voor iedereen die me minder lang kent en altijd gedacht heeft dat ik “een echte rosse” ben: Ik ben blond. Asblond weliswaar, maar blond. Het antwoord op de haarkleurvraag vulde ik steevast aan met “mijn blonde haar verven is dus een beetje artificiële intelligentie” verwijzend naar de domme blondjes moppen in een tijdperk toen AI vooral nog fantasie was.
 
Vandaag ben ik dankzij diezelfde haarverf al een paar decennia ros. Zo negeer ik die steeds talrijkere grijze haren want, ik zei het al, die haarkleur is een dingetje. Het gevoel dat teveel grijze haren me een “coup de vieux” zouden geven blijft me resoluut doen kiezen voor de kleur die ondertussen als de mijne voelt. Gek toch, dat ik het zo moeilijk blijk te hebben met de tekenen van mijn levenservaring.
 
En ik ben niet alleen. De statistieken van haarverfverkoop vertonen mogelijk een correlatie met die van de representatie van 45-plussers in media & campagnes. De haarverfstatistieken ken ik niet, maar die van representatie in reclame zijn in kaart gebracht in de Belgian Ad Diversity Barometer en spreken boekdelen. 18-44 jarigen worden makkelijk 200% oververtegenwoordigd in commerciële boodschappen, terwijl de representatiepudding vanaf 45 in elkaar zakt. Alsof ze collectief de grote verdwijntruc tussen hun 40 & 50 ingestudeerd hebben. Misschien hadden we vaker voorbeelden van deze ondervertegenwoordigde groep moeten gebruiken als we onze DE&I guidelines for communication maakten. Ze lijken in media onzichtbaar.
 
Wíj lijken onzichtbaar. Want ik ben deel van die groep. En de vrouwen halen het gemiddelde nog stevig naar beneden, want mannen in die leeftijdsgroep komen nog ongeveer dubbel zo vaak aan bod. De grote verdwijntruc is dus vooral een vrouwelijke kunst.
 
En daarvoor moeten we waarschijnlijk ook in eigen boezem kijken. Met mildheid – voor onszelf en voor onze boezems – maar we kunnen wel mee zorgen dat we meer zichtbaar worden. Zoals Mayerline ons een duwtje in de rug geeft door het onder de aandacht te brengen met de #nationalwisewomansday op 9 april.

Laat ons allen wat zichtbaarder worden en elkaar aansporen om de stap vaker te zetten om het te doen. Elkaar in media, campagnes en op podia zetten. We hebben alle reden voor onszelf en voor de komende generaties wijze vrouwen. Want onze wereld kan wel wat meer wijze vrouwen gebruiken.

Maar mijn haarkleur ga ik toch nog even houden.
 
#NationalWiseWomansDay

Archief / BLUE