Fr

ASSOCIATIONS

Staten-Generaal van CIM en Raad voor Reclame: heel ecosysteem

Zaterdag 14 September 2024

Staten-Generaal van CIM en Raad voor Reclame: heel ecosysteem

Het onderwerp op de uitnodiging zet al meteen de toon: de organisatoren van deze sessie in de vorm van een première voor de markt – in casu het CIM en de ‘nieuwe’ Raad voor Reclame – hadden zich omringd met alle verenigingen in de media- en reclamesector die naam waardige. Het event dat plaatsvond op de rooftop van Puilaetco, verwelkomde diverse internationale spelers van een op zijn zachtst gezegd interessant niveau.

Tot de gasten behoorde aldus de onverslijtbare en tot Belg genaturaliseerde Fransman Stéphane Loerke, de CEO van de World Federation of Advertisers (die haar hoofdkwartier heeft in Brussel). Hij bekijkt de toekomst van lokale reclame en België door een fundamenteel optimistische bril. Zijn globale bril van bereisde kenner omschrijft ons als “te bescheiden”. Belgen zijn zich volgens de man niet bewust van de uitzonderlijke eigenschappen van hun tripartite media-ecosysteem, met het CIM in de eerste plaats. Logisch dus dat hij vol lof was voor het initiatief van de dag om de andere federaties en groeperingen op de markt samen te brengen voor een nog meer geïntegreerde visie. “We hebben een holistische aanpak nodig, en hetzelfde geldt voor de metingen. De integratie van alle partijen, van alle media en touchpoints kadert in een noodzakelijke nieuwe filosofie.” Loerke verwees ook naar de befaamde Halo-tool, een volledig crossmediaal meetmodel dat als inspirerende basis dient voor alle landen en onder andere zijn stempel drukte op Origin in het Verenigd Koninkrijk. België hoeft niet onder te doen en de evolutie is in volle gang, zo verzekert Koenraad De Ridder ons.

“Het nieuwe seizoen is begonnen en laten we vertrekken vanuit de consument”, aldus de claim van de directeur-generaal wiens aanpak al voelbaar is in alle activiteiten van het CIM. Zijn actie kan worden onderverdeeld in zes pijlers, die allemaal overeenkomen met de noodzakelijke veranderingen die Stephane Loerke omschreef als “zuurstof voor de marketing”. CIM One is dan ook geen toevallig gekozen naam: media moeten worden gemeten vanuit hun kern, dus de mensen die “kijken, lezen en horen”. Dat zou moeten leiden tot “betere metingen”. “Maar we zullen ook meer meten”, aldus Koenraad De Ridder. Volgens zijn redenering zouden die nieuwe CIM-tools zelfs moeten leiden tot extra contante advertentie-inkomsten voor lokale uitgevers: “Als we meer contacten correct registeren, zouden we er meer moeten verkopen. Wat logisch is. Zoals in het geval van video, waar we van 185 naar 300 kanalen zouden kunnen evolueren, wat een toenemende kijktijd zou kunnen opleveren - hoewel niet proportioneel.” Bij wijze van voorbeeld verwees de DG van het CIM naar Frankrijk, dat al aanzienlijke vooruitgang geboekt heeft op dat vlak.

Meer meten, beter meten en altijd meten: ook ‘continuous planning’ is een functie die steeds meer terrein wint. Naast de 360°-aanpak, met het bereik als centrale pijler, behoren ook de tijdsfactor en de mogelijkheid om in real time te sleutelen aan een mediaplan tot de plannen voor de nabije toekomst. De agenda van Koenraad De Ridder zit dan ook behoorlijk vol tot eind 2026, moment waarop de markt verschillende nieuwe studies zou moeten verwelkomen. Dat zouden er per definitie minder zijn dan vandaag, geconcentreerd rond een aantal hoofdpijlers: individueel mobile, in- en outdoor. Meer info vind je op de website van het instituut die vrij toegankelijk en heel duidelijk is over de doelstellingen.

Het bewust beperkt gehouden publiek van deze Staten-Generaal kreeg verder ook de bevestiging dat Europa in de eerste plaats het continent van de regelgeving is. Dat bleek onder andere uit de verhelderende interventie van Marie De Cordier (Audience Measurement Coalition): naast de technische moeilijkheden om het mediagedrag van een enkel individu volledig te traceren, maakt de Europese Commissie de uitdaging nog iets complexer vanwege de grote hoeveelheid persoonlijke gegevens die nodig zijn om dit soort tracking te beheren. In dat verband werd een consortium van spelers in het leven geroepen met de missie vriendschappelijk te gaan lobbyen om de methode te vergemakkelijken en de regelgeving flexibeler te maken.

In een ander register maakte onze hoogsteigen Marc Frederix zijn comeback als voorzitter van de Raad voor Reclame. Hij kwam vertellen over de waarden van ons ecosysteem - uiteindelijk meer reclame dan media. In een interview met onze collega Wim De Mont die hem niet zonder welwillende humor feliciteerde met zijn nieuwe prestigieuze titel, herdefinieerde Frederix zijn rol binnen het landschap: “Het was ondertussen wel duidelijk dat toenadering tot andere verenigingen noodzakelijk was. Alle reclame- en mediadisciplines draaien om de maatschappij en de consument, binnen een samenhangend ecosysteem. De mens staat centraal. We hebben onze nieuwe visie samengevat in een document dat onze pijlers, onze principes en deels ook onze processen beschrijft.” De brochure die overhandigd werd aan de aanwezigen op het event, maar bedoeld is voor een breder publiek -dat hopen we tenminste toch - definieert de vier strategische assen van deze “versterkte” Raad voor Reclame. Een van die centrale pijlers is en blijft de Jury voor Ethische Praktijken in de Reclame en die zal blijven mee-ijveren voor zelfdiscipline en -regulering, de eerste optie voor ethische en verantwoorde reclame.

Paul Lee (Deloitte UK) presenteerde vervolgens ‘Media consumer perspective’, een interessant onderzoek dat nu bijna aan zijn tiende editie toe is en benadrukt dat we ons in “the era of enough” bevinden – waarbij de verzadiging waarover hij het heeft de media devices en de aangeboden content betreft. Dat werd tijd. Met zo'n zes verschillende devices per persoon en een eindeloos aanbod van videoprogramma's (om maar een paar componenten te noemen), moeten we nog steeds de tijd vinden om te werken en voor dit alles te betalen. Maar er is één onderwerp waarbij we op onze honger zouden kunnen blijven zitten: het onevenwicht tussen de globale en lokale belangen. Met betrekking tot de “waarde van lokale ecosystemen” – in feite het hoofdonderwerp van deze Staten-Generaal die over veel meer ging dan het CIM alleen – hebben die lokale ecosystemen er alle belang bij zich te versterken. Des te meer omdat de Mamaa's*, zoals de Amerikaanse platformen tegenwoordig bedrieglijk liefkozend worden genoemd – als enige hun voordeel lijken te doen met de markten die het hard te verduren hebben, gezien de huidige economische en geopolitieke context.

“Het is een perceptieprobleem”, aldus Brian Wieser (Madison & Wall), die via video live vanuit de Verenigde Staten deelnam aan de conferentie. Het voormalige head of research bij GroupM (hij was onder andere verantwoordelijk voor de This Year Next Year-rapporten) werkt ondertussen aan beide kanten van de straat (Mad Ave en Wall Street) en hij preciseerde dat adverteerders wereldwijd kiezen voor digital omdat dat nu eenmaal geassocieerd wordt met performance, “ook al is het een overtuiging die een beetje makkelijk en deels onjuist is, omdat het misschien beter klopt voor radio, pers of direct marketing. Maar goed, het is nu eenmaal een perceptie”.

Ze volstaat in elk geval om ecosystemen te verstoren die slecht of onvoldoende gemeten worden, met als resultaat dat er niet altijd cijfers zijn voor de belangrijkste dingen, en veel cijfers voor contacten die niet erg productief zijn. Een allusie van Marc Frederix op Einstein. Of hij verwees naar digitale versus andere media of naar de lokale versus de wereld, was niet duidelijk, maar dat is wel degelijk onze boodschap hier.

*Meta, Alphabet, Microsoft, Apple, Amazon

Archief / ASSOCIATIONS