Fr

TECH

Zit er een AI-bubbel aan te komen?, door Matthieu Vercruysse (CTO, Publicis Groupe Belgium)

Donderdag 29 Augustus 2024

Zit er een AI-bubbel aan te komen?, door Matthieu Vercruysse (CTO, Publicis Groupe Belgium)

Al bijna twee jaar is ChatGPT het gespreksonderwerp van de dag en de verwachtingen zijn behoorlijk hooggespannen nu de genAI technologieën almaar meer vooruitgang boeken.

Weet je nog wat we zegden, tijdens de prille begindagen? GenAI zal elke sector ontwrichten; het zal de meerderheid van de banen overbodig maken, met de marketingindustrie voorop... Sam Altman, de oprichter van OpenAI, ging zelfs zo ver om te beweren dat AI 95% van het creatieve werk in marketing zou vervangen. “Easily, nearly instantly and at almost no cost”, voorspelde hij.

Maar in de zomer van 2024, terwijl de onverbiddelijke concurrentie in AI de ene aankondiging na de andere genereert, suggereren de krantenkoppen stilaan dat er mogelijk sprake is van een AI-bubbel.

In feite is daarmee niets nieuws onder de zon: in feite hangt dit zwaard van Damocles alle technologische innovaties al vanaf het begin boven het hoofd. In het specifieke geval van AI is hij nu gewoon beter onderbouwd.

Bovendien is zo’n dreigende zeepbel heel logisch als je kijkt doorheen het bekende innovatiecyclusmodel van Gartner. Dat stelt dat er altijd een fase van desillusie volgt op een piek van overdreven verwachtingen. En in het specifieke geval van GenAI is deze piek was deze piek bijna instant en impliceert de ontgoocheling dat we ons rekenschap geven van de grenzen waarop bepaalde overdreven beloften stoten.

Maar een bubbel dus.

Er zijn verschillende visies.

Ten eerste zijn er de aandelenkoersen van de Magnificent 7 - Apple, Microsoft, Google/Alphabet, Amazon, Nvidia, Meta & Tesla - die goed zijn voor een derde van de waardering van de S&P 500 index en een drijvende kracht zijn achter zowel sterke groei als marktdalingen.

Volgens sommige schattingen vertegenwoordigen de gecombineerde investeringen van Microsoft, Alphabet, Amazon en Meta voor de eerste zes maanden van het jaar meer dan $ 16 miljard (wat meer is dan het BBP van veel kleine landen). En dat lijkt nog maar het begin. Er worden nog veel grotere investeringen verwacht.

Je kunt alleen maar vaststellen dat er nog geen duidelijk plan is om deze enorme investeringen terug te verdienen. En het rendement zal zeker niet komen van abonnementen a rato van $ 20 per gebruiker. Er zal veel meer nodig zijn.

Deze grote spelers wagen zich dus aan een grote gok, door allemaal in te zetten op AGI (Artificial General Intelligence), met de ambitie om het volgende grootste bedrijf te worden.

“Voor ons impliceren te lage investeringen veel meer risico’s dan te hoge investeringen”, verklaarde Sundar Pichai in juli. Voor de CEO van Alphabet zijn deze investeringen een kleine prijs om de voorkeurspositie van zijn groep veilig te stellen in een landschap dat de komende jaren bepaald zal worden door AI. Daarbij mogen we niet vergeten dat spelers als Alphabet over grote reserves beschikken en bovendien inkomsten halen uit hun andere bedrijfsactiviteiten. Het risico lijkt op dit moment dus binnen de perken.

De markten zullen zeker volatiel blijven. Staan ze op het punt te ontploffen? Dat kan niemand voorspellen. We moeten ook voor ogen houden dat de aandeelhouders van bijvoorbeeld NVIDIA de waarde van hun investering dit jaar met 2,6 zullen hebben zien stijgen. in amper een jaar tijd.

Wat niet belet dat het nog steeds gaat om risicovolle speculatieve investeringen. De regels van dat spel zijn bekend.

Andere visies:

AI-start-ups

Voor deze categorie lijkt het spel nu complexer. Aan de ene kant is er een verzadiging van AI-first projecten die door start-ups worden gepitcht. Aan de andere kant worden investeerders voorzichtiger en realistischer en aarzelen ze niet om veel solidere businessmodellen te eisen dan tijdens de begindagen van AI. Het bijkomende risico voor dit segment is dat het onmogelijk is te concurreren met de big tech companies.

De kans op een nakende zeepbel lijkt dus groot. Maar het risico beperkt zich tot (niet-beursgenoteerde) start-ups en venture kapitalists die gelukkig voor hen een goed inzicht hebben in de slaagkans van investeringen in dit soort innovatieve projecten.

Het is in dit stadium onmogelijk om te weten welke witte raaf de hoogste waarde zal genereren. Of het nu gaat om gezondheid, ecologie, onderwijs of andere sectoren. In dit stadium zijn er veel beloften, maar de investeerders veeleisender.

Gebruikers - individuen, professionals en bedrijven - waaronder marketeers, merken, media-eigenaren en bureaus.

Dit standpunt heeft betrekking op de overgrote meerderheid van de bevolking en weerspiegelt de ervaring van velen, met inbegrip van al wie ChatGPT slechts een of twee keer uitgeprobeerd heeft: hoewel de eerste tests ‘magisch’ leken, leidden de iets geavanceerdere toepassingen al snel tot frustratie.

Een veelgehoorde kritiek is dat ons super digitale assistenten werden beloofd, maar twee jaar na de lancering van ChatGPT vinden veel gebruikers het nog steeds moeilijk om consistent kwalitatieve resultaten te verkrijgen (tekst, afbeeldingen, video, geluid). Bovendien overheerst het gevoel dat de vooruitgang vertraagt. Doen we te moeilijk of zijn we te veeleisend? De prestaties van videotools zijn vooralsnog bijzonder discreet. Deze gemengde ervaringen en indrukken versterken het gevoel van een dreigende bibbel.

De onderliggende strategische vraag is of er een echte fit is tussen de markt en het product. Met andere woorden, of GenAI een echt transformatieve technologische toolbox is voor gebruikers en bedrijven; of ze echte problemen oplossen en een significante impact hebben op de economie... en niet alleen een leuke gadget zijn. Kortom, of deze technologie voldoet aan een echte vraag van het grote publiek.

Een recente nota van een bekend hedgefonds waarschuwt voor de risico's van een speculatieve bubbel (en te hoge waarderingen), terwijl het toegeeft dat ““there are few real uses … other than summarising notes of meetings, generating reports and helping with computer coding”. Concrete use cases dus.

In plaats van ons te richten op beurswaarderingen en speculatie, kunnen we ons beter concentreren op de uitwerking van solide, transformatieve use cases voor onze bedrijven. Om te beginnen zijn de aangeboden tools al erg krachtig. De echte uitdaging voor gebruikers ligt in het begrijpen wat ze kunnen doen en in het systematisch toepassen ervan door hun teams.
Het feit dat we nu geconfronteerd worden met limieten, beperkingen en fouten van de tools dwingt ons om ze grondig en in detail onder de loep te nemen en op de lange termijn te bouwen. De inburgering van technologie verloopt vaak erg traag. Wellicht waren we te wild enthousiast vanaf het begin en speelt de fantasie dat alles in een enkele click mogelijk zou worden ons parten.

In de reclame worden we nog steeds verblind door misleidende voorbeelden van 100% AI-gegenereerde creaties. Deze zijn of van zeer slechte kwaliteit (geen inzicht, geen storytelling, geen art direction, etc.). Of ze vermelden niet de enorme hoeveelheid menselijke inspanning, gedetailleerde expertise en vele uren werk die het project toch vereiste.

Terwijl er in de marketing- en creatieve beroepen wel degelijk solide voorbeelden beschikbaar zijn: van search tot insights, ontwerp, creatie, productie, mediaoptimalisatie, data, meting enzovoort. De hele waardeketen staat voor een grote disruptie en er zijn al enkele zeer concrete use cases.

Het probleem is ongetwijfeld dat de verwachtingen onrealistisch hoog gespannen zijn (“AI will replace 95% of creative marketing work … easily, nearly instantly and at almost no cost”).

Hoewel er in de media volop gespeculeerd wordt over een AI-bubbel, is het essentieel om te erkennen dat elke nieuwe technologie aanpassingsfasen doormaakt. Dat een scherpe daling van de speculatieve waarde (of potentieel bubbeleffect op de aandelenmarkt) niet ten koste zou gaan van de experimenten door gebruikers op zoek naar use cases. Om een van de krantenkoppen te citeren: “AI is losing hype. For some, that is the proof the tech will in time succeed”.

De echte winnaars worden de spelers die nu investeren in concrete, relevante toepassingen die strategische inburgering vereisen. Door ons te richten op het aantonen van waarde, kunnen we deze technologie gebruiken om onze manier van werken te transformeren – aangezien de marketingindustrie altijd vooroploopt.

Voor wie het niet meer zou weten, er was inderdaad een start-up bubble, maar niet van het internet in het algemeen; integendeel, zoals 25 jaar later blijkt.

Matthieu Vercruysse (chief transformation officer, Publicis Groupe Belgium)

Archief / TECH