Fr

MEDIA

Alex Thoré (Var): "Het is belangrijk marktconform te kunnen werken, want je kunt vandaag morgen niet voorspellen"

Zondag 25 Augustus 2024

Alex Thoré (Var):

Een rijkgevuld programmarooster met heel wat nieuwe formats, een pak lokale fictie en een rebranding voor jongerenzender MNM: de plannen van de openbare omroep zijn behoorlijk ambitieus voor het nieuwe seizoen. Hetzelfde geldt voor de plannen inzake de commerciële inkomsten die al dat moois mee mogelijk moeten maken, een missie die voornamelijk in handen is van Var. Reden genoeg voor een (boeiend) gesprek met Alex Thoré, sinds acht maanden de CEO bij de regie.

Wat vond je het leukste aan de VRT-najaarspresentatie, Alex?

De combinatie van genres en programma’s met maatschappelijke relevantie, zoals Goudvis, De grote boodschap en een Nacht in het Museum, en straffe Vlaamse fictie als Knokke off en Badgasten, met daarbovenop klassiekers als De Droomfabriek en Man bijt hond.

Die content wordt ‘omnichannel’ gebracht en gecommercialiseerd, zoals je in je filmpje met Kamal Kharmach uitlegde aan de adverteerders in de zaal. Moest dat extra in de verf gezet worden?

Wel, Var staat traditioneel bekend als radiospecialist. Maar we weten allemaal dat adverteerders vandaag op zoek zijn naar de combinatie van meerdere kanalen om optimaal te communiceren naar al hun doelgroepen. Dat is de rijkheid, wetende dat het bovendien kan in een reclameluwe omgeving: de reclamedruk binnen VRT ligt immers significant lager dan bij onze commerciële concullega’s. We kunnen met andere woorden mooie mediamixen aanbieden.

Tijdens zijn inleidende toespraak pleitte VRT-CEO Frederik Delaplace voor meer flexibiliteit. Wat bedoelde hij daarmee?

Als we kijken naar het jaarverslag van vorig jaar, zie je dat de verworven inkomsten voor de VRT in feite onder het zogenaamde commerciële plafond blijven. Dat heeft alles te maken met de bestaande sub-plafonds die reclame op VRT moet respecteren. Neem nu de billboards van 5’’: die zijn toegelaten, in het kader van premium tv-partnerships, maar door de bestaande sub-plafonds kun je soms niet meer beantwoorden aan de vraag van adverteerders. Ook de digitale formaten zijn sterk beperkt vanuit de regelgeving.

Er is met andere woorden een tekort aan bepaalde onderdelen voor het bouwen van de totale mix waarnaar adverteerders op zoek zijn. Als adverteerders met hun campagnes niet terecht kunnen op tv, kiezen ze vaak voor video, maar daar heb je de concurrentie van internationale spelers als YouTube en konsoorten. En dan verdwijnen die middelen uit Vlaanderen.

Een vergelijkbaar probleem stelt zich bij onze concullega’s. Er zijn maanden dat er tegen het plafond van het inventaris opgelopen wordt en dat er dus te weinig aanbod is om te beantwoorden aan de noden van de adverteerder.

We zouden samen met alle Belgische regies moeten gaan voor de optimalisatie van ons aanbod, om de middelen in Vlaanderen te houden zodat ze ook geïnvesteerd kunnen worden in lokaal relevante content voor kijkers en luisteraars. Daar hebben ook de lokale producenten baat bij. Driekwart van de luistertijd gaat naar lokale content. Het is dus duidelijk dat de lokale kijker op zoek is naar lokale content. De middelen moeten dan ook hier blijven om die content te financieren. Ik hoop dat de nieuwe mediaminister zich daarvan bewust is. Wij zijn voor alle duidelijkheid niet tegen het commercieel plafond. We begrijpen dat dit belangrijk is voor onze concullega’s. Maar denken dat je in een digitaal tijdperk dat plafond quasi volledig met lineaire radioreclame kan invullen, dat is toch wel een utopie geworden. 

Bij je collega’s van de commerciële omroepen hopen ze wellicht dat die nieuwe mediaminister de reclameslagkracht van de openbare omroep net wat sterker aan banden zal leggen.

Ik begrijp de bekommernissen. Echt. En natuurlijk zitten we bij Var met een mandaat voor de openbare omroep die ook een publieke financiering heeft, maar dat kan – zoals ik al zei - perfect beheerd worden via een totaalplafond voor onze reclame-inkomsten en de invoering van een beperkte reclamedruk.

Daarbinnen zouden we de vrijheid moeten hebben om marktconform media aan te bieden, in lijn met de vraag van adverteerders op onze Vlaamse markt: dan kun je inspelen op evoluties. Het is zo evident dat de vraag bijna is waarom we dit niet doen.

Daarmee ligt de vraag op tafel. Om het over iets anders te hebben, wat bedoelde je bij je aanwerving met de evolutie van een inside out naar outside in aanpak?

Er werd te veel geredeneerd vanuit intern denken vanuit de VAR en te weinig vanuit de noden van onze partners. Dat is niet onlogisch gezien de context van de voorbije 30 jaar: er was er veel minder digitale evolutie en internationale of commerciële concurrentie. Hierdoor heeft de VAR-organisatie zich gedurende al die jaren kunnen concentreren op de optimalisatie van zijn interne werking, wat de regie de nodige erkenning heeft opgeleverd.

Maar door de evoluties moeten we vandaag beter luisteren naar wat de partners nodig hebben, om het aanbod verder te doen evolueren binnen de mogelijkheden. Daarom hebben we een aantal thematieken bepaald in onze strategie en onze activiteiten: we zetten nog meer in op uitmuntendheid, klantgerichtheid en zichtbaarheid. En we werken proactiever. Uit interne studies blijkt dat onze scores verbeteren en we krijgen dezelfde feedback vanuit de markt.

Dat is dus een stap in de goede richting, waarop we willen voortbouwen. Maar het is een proces natuurlijk, niet gewoon een kwestie van een knop omdraaien. We zijn op reis met VAR, richting de plaats van een vertrouwde mediapartner in een almaar complexere wereld, met inzet van alle technologische mogelijkheden.

We zullen wellicht een tijdje op reis blijven, samen met collega’s en al onze huidige partners, onder andere bij Ads & Data, met wie we nauw en vlot samenwerken. Hetzelfde geldt voor onze externe mandaatgevers. Want zoals je weet, werken we vandaag ook voor andere media dan die van de VRT. Ook dat blijft evolueren.

Ontbreekt er iets in jullie portefeuille?

Alles wat we maar beperkt mogen doen.

En een nationaal aanbod misschien?

Dat is momenteel niet aan de orde, maar de kwestie is in elk geval relevant voor adverteerders en wordt ook aangeboden door internationale spelers.

Je bent bijna drie trimesters CEO van Var ondertussen. Hoe kijk je terug op je eerste maanden?

Ik ben heel trots op de hele Var-ploeg vanwege haar inzet om partners en mandaatgevers te helpen. Als je ziet dat de markt beter evolueert dan de vorige jaren, is dat onder andere te danken aan de samenwerking met mediabureaus en adverteerders. Dat geeft me vertrouwen in de toekomst.

Maar dit was nog maar de eerste etappe in onze reis die we verder zullen definiëren. In dat verband valt het af te wachten hoe de nieuwe beheersovereenkomst ingevuld zal worden. Die wordt uitgewerkt in de loop van 2025 en treedt in werking vanaf 2026 voor vijf jaar. Gezien de duur is het zoals ik al zei enorm belangrijk marktconform te kunnen werken, want je kunt vandaag niet voorspellen hoe morgen er zal uitzien. Een beslissing vandaag is misschien goed voor het jaar dat komt maar misschien daarna niet meer. Ik vind het alleszins fascinerend om bij dat complexe beleidsvormingsproces betrokken te zijn.

Wat is je voornaamste ambitie voor de komende tijd?

Ik hoop dat ik samen met de Var-ploeg reisleider kan blijven en dat we onze partners en mandaatgevers optimaal kunnen bedienen en op die manier het lokale mediasysteem sterk kunnen houden. De enige echte garantie om lokale media-activiteiten in zijn facetten – of het nu gaat om producties, aandeelhouderschap of teams – in stand te houden, is een sterke publieke omroep. Het geeft de markt een stimulans, zodat de commerciële spelers daarin meegaan.

Archief / MEDIA